Tekst geïnspireerd door Dr François Louboff,
Psychiater en EMDR practioner.



EMDR (Eye Movement Desensitisation and Reprocessing) werd 25 jaar geleden uitgevonden en is tegenwoordig gekend als “neuro-emotionele therapie ter integratie door bilaterale alternerende stimulaties”. EMDR wordt tegenwoordig wereldwijd erkend om zijn doeltreffendheid bij de behandeling van post-traumatische stoornissen (PTSD). Deze psychotherapie ontleent en integreert verschillende instrumenten uit de cognitieve gedragstherapie, Gestalttherapie, Rogeriaanse therapie, gewijzigd bewustzijn (hypnose, mindfulness) en psychoanalyse.

‘Adaptatieve verwerking van informatie'

Iedereen beschikt over een soort software die we ‘adaptieve verwerking van informatie’ kunnen noemen. Deze software stelt ons in staat aangepaste en pertinente oplossingen te vinden voor de moeilijkheden waarmee we geconfronteerd worden. De evolutie van onze gedachten en overtuigingen worden erdoor gevormd. Dankzij dit psycho-fysiologisch aanpassingsvermogen kunnen we overleven.

Zolang alles goed gaat, verwerken en integreren we nieuwe ervaringen, wat ons in staat stelt ons zo goed mogelijk aan te passen aan onze omgeving. Alle nuttige aspecten van deze ervaringen worden zo in ons geheugen gegrift, aangeleerd. Zo blijven ze beschikbaar bij onze volgende keuzes. Onze nieuwe ervaringen worden zo geassimileerd op onze ‘harde schijf’. Zo worden ze verbonden aan een netwerk van vergelijkbare ervaringen en krijgen betekenis. Het is ook zo dat onze identiteit zich vorm en evolueert of explodeert.

Wanneer de belevenissen te verstorend zijn, bij grote trauma’s (bvb een verkrachting, een ongeval, een aanval, een aardbeving) of bij ‘kleine’ trauma’s (vernedering in de kindertijd, getuige van gewelddadige disputen tussen ouders, echtscheidingen) kan de ‘adaptieve verwerking van informatie’ blokkeren. De negatieve effecten zijn vaak van langdurige aard: depressieve stoornissen, angst, eetstoornissen, verslavingen, lichamelijke stoornissen van allerlei aard en in sommige gevallen ‘Post Traumatic Stress Disorder’. Het trauma wordt dan beschouwd als een blokkage van de ‘adaptatieve verwerking van informatie’.
We zouden ook kunnen zeggen dat onze nieuwe belevingen oude, onopgeloste en niet geintegreerde belevenigen heractiveren. Er kan bijvoorbeeld angst optreden bij gewenst intiem contact, door een sfeer of ongepaste gebaren die vergeten werden, maar die ervaren werden in de kindertijd.

‘Abnormale' memorisatie

Wanneer ons brein er niet in slaagde de gebeurtenis te verwerken, worden deze belevenissen verstorend omdat ze op een ‘abnormale’ en dysfunctionele manier gememoriseerd werden. Wanneer ze niet correct in onze bibliotheek aan herinneringen opgeslagen kunnen worden, worden ze ontoegankelijk.  Deze gebeurtenissen kunnen ons dan ongewild overstromen (flashback en nachtmerries), of ons onbewuste manier beïnvloeden (boosheid, eetstoornissen, zelfverminking,…) We zouden kunnen zeggen dat ons verleden ons heden dan overmeestert.

Zich een trauma voor de geest halen, gaat vaak samen met een fysieke gewaarwording. Het trauma wordt dan in een sensorieel, emotioneel, motorisch geheugen, niet in het narratieve geheugen. geregistreerd. Dat wil zeggen dat het slachtoffer emoties en belevingen die aan dat trauma gelinkt zijn opnieuw kan ervaren, zonder te erkennen dat er destijds iets fout was of zonder zich te kunnen herinneren wat het was.

EMDR herlanceert het ‘verwerkingsysteem van informatie’

Het lijkt erop dat EMDR een connectie tussen netwerken mogelijk maakt: het geheugen van het trauma en het geheugen met betekenisvolle, geintegreerde ervaringen. Het activeren van het gedeelte van het geheugen met traumatische herinneringen om ze te verwerken leidt tot een vermindering of een verdwijning van de symptomen.  EMDR stimuleert ieders verwerkingssysteem van informatie, om niet alleen tot een symptomatische verwerking te komen, maar ook een andere kijk op de gebeurtenissen te krijgen, een nieuwe bewustwording te verwerven, een betere emotionele regeling en veranderingen in de perceptie van onze identiteit.

Bij die benadering, zijn de symptomen slechts de gevolgen van een trauma dat onbehandeld bleef. De echte oorzaak van het lijden is een traumatische ervaring die zich soms jarenlang als een ‘kiste’ in onze psyche nestelt en geblokkeerd kwam te zitten.

Hoe verloopt een EMDR therapie?

EMDR legt het accent op drie dingen: emoties (schrik, woede, angst, schaamte, schuldgevoel,…), negatieve irrationele uitspraken over zichzelf (ik ben schuldig, ik ben het niet waardig geliefd te worden, ik ben slecht,…), lichamelijke belevingen (een steen in mijn buik, een krop in mijn keel, druk op mijn schouders,…). EMDR is een gestructureerde psychotherapie in acht fases, waarvan de drie eerste (contact maken, voorbereiding en evaluatie) van groot belang zijn en absoluut moeten vooraf gaan aan de fase van ‘desensitisation’ waarbij we alternerende stimulaties toepassen.

We leggen de nadruk op het belang van het emotionele en energetische begeleiden en op het belang te evalueren wat de graad van de dissociatie staat van de patiënt.

Tijdens de vijfde etappe (installatie) gebeurt consolidatie van een meer positieve en adaptieve perceptie van de patiënt.  De zesde etappe bestaat erin het effect van de lichamelijke beleving na te gaan (body scan), de zevende etappe sluit de sessie. In een volgende sessie (achtste, en laatste etappe) wordt het effect van de therapie geëvalueerd, om zo te kijken of het trauma al dan niet werd verwerkt.

Op een heel schematische manier, vraagt de therapeut de patiënt een beeld van  het moeilijkste moment van het trauma te beschrijven, een irrationele negatieve uitspraak die eraan verbonden is (ik ben schuldig, ik ben niets waard, ik ga dood…), en waar precies die kwaal lichamelijk beleefd wordt.  Er worden ook waardeschalen om de intensiteit van het lijden en de vooruitgang van het werk te evalueren.

Vervolgens beweegt de therapeut haar vingers voor het gezicht van de patiënt waarbij gevraagd wordt met de ogen de beweging van links naar rechts en van rechts naar links te volgen. Dit gebeurt steeds minstens een twintigtal keer. Men kan ook ‘tapping’ op de knieën, vibraties in de handen, of door auditieve stimulatie toepassen.

De patiënt moet dan in een waarnemende positie van zijn eigen gedachten, herinneringen, gevoelens of belevingen blijven.  Hij krijgt de opdracht toe te laten wat er zich in hem afspeelt of wat er in zijn hoofd opkomt. Zijn hersenen leggen vrij snel een weg van associaties af, waarbij meerdere elementen, die al dan niet rechtstreeks met het trauma te maken hebben, aangesproken worden.

Die associaties vormen uiteindelijk een weefsel die de mogelijkheid tot verwerking van de sporen van het trauma en de rationele, rijpe, objectieve kennis toelaat (een misbruikt kind is onschuldig, ik heb competenties, ik ben niet omgekomen tijdens het ongeval,…). Zo wordt de vertering en integratie van negatieve en irrationele percepties mogelijk en gezondere uispraken krijgen een kans (ik ben onschuldig, ik ben waardevol, ik leef,…). Een transformatie kan zo vrij snel gebeuren: het trauma wordt geintegreerd in een nieuw, positief, constructief schema.  De efficiëntie van de methode meet zich aan de vermindering en het wegwissen van het lijden. Zo is de gebeurtenis niet langer de oorzaak van schrik, angst of lijden.

Natuurlijk is er in het begin van een EMDR therapie een minimum aan traumaduiding nodig. Het is echter niet nodig alles in detail te beschrijven. In tegenstelling tot cognitieve gedragstherapie, waarbij het noodzakelijk is het trauma urenlang te detailleren, wordt men bij EMDR slechts enkele seconden per keer met het trauma geconfronteerd. Zodra de persoon begint met de oogbewegingen (ofwel andere alternerende stimuli), wordt men uitgenodigd eenvoudigweg observator te worden van wat er zich vanbinnen afspeelt. Men moet niet gefixeerd blijven op moeilijke herinneringen. Men laat zich leiden door lichaam en geest, met andere woorden volgt men de connecties van de netwerken van het geheugen.  
Zoals een trein in beweging, kijkt men door het raam en ziet men allerlei landschappen voorbij glijden. De opdracht is te laten komen wat komt, en te laten gebeuren wat gebeurt (beelden, lichamelijke sensaties, emoties,…).  Op het eind van de alternerende stimuli, vraagt de therapeut simpelweg aan de patiënt te zeggen wat het eerst bij haar opkomt, wat dat ook is. Vervolgens begint een nieuwe reeks stimuli en zo maar door.

Geleidelijkaan, vaak snel, evolueert de herinnering aan het trauma, transformeert, verwijdert zich, vervaagt, en verliest haar pijnlijke lading.  De blik op het evenement verandert, net als de wijze waarop ze beleefd wordt. Vaak kan een levensles getrokken worden uit wat gebeurde, net als bij elk leerproces. Het trauma wordt een herinnering, die niet vergeten wordt, maar die opgeslagen wordt in het verleden met een begin en een einde. De negatieve uitspraak evolueert naar een positief uitspraak, realistisch, aangepast (ik ben onschuldig, ik ben respectabel, ik zit goed in mekaar,…). Een groter zelfbewustzijn ontwikkelt zich en de patiënt voelt zich niet langer slachtoffer.

Hoe werkt het?

Een vraag die vaak gesteld wordt is deze over het enorm therapeutisch effect. Het antwoord is vaak ontgoochelend: we weten het niet echt. Maar wees gerust: het antwoord is hetzelfde, wat ook de aard van psychotherapie is. Laat ons stellen dat er veel onderzoek gebeurt en zo enkele interessante hypothesen opdoken.  Door een gealterneerde activatie van de twee hersenhelften zou EMDR erbij gebaat zijn,  aldus is een betere synchronisatie tussen beiden helften mogelijk.  Zo kunnen traumatische herinneringen zich integreren (de linker hersenhelft zou de informatie die verbonden is aan positieve emoties behandelen en de rechter hersenhelft zou de negatieve emoties behandelen). We weten ook dat de oogbewegingen de hartslag vermindert net als de elektrische geleidbaarheid van de huid. De relaxatie die resulteert uit de bilaterale stimulatie activeert het autonoom parasympatiek  zenuwstelsel, die het lichaam tot rust brengt.
Anderzijds kan de "dubbele aandacht" (wat er zich vanbinnen afspeelt net als bij de therapeut) een therapeutisch effect hebben, een beetje zoals bij mindfulness is de patiënt observator van gedachten, emoties en lichamelijke belevingen.

Elke dag verschijnen er nieuwe onderzoeksresultaten om EMDR beter te begrijpen.

Ambivalentie, als rem voor de uitwerking van EMDR

Het zou kunnen dat EMDR niet werkt net als enkele andere therapieën. Het is belangrijk dat de psycholoog begrijpt waar de remmingen zich verstoppen. Elk van ons kan, al dan niet bewust, ambivalent zijn ten opzichte van verandering. We hebben pijn, we lijden, we willen niet meer lijden, maar een deel van ons kan zich ertegen verzetten. Die ambivalentie is normaal omdat elke verandering een bron van angst kan zijn. Die begrijpelijke angst maakt een therapeutische band noodzakelijk. We kunnen zelfs stellen dat zonder de veiligheid die gevonden wordt door de therapeutische band, de patiënt zich niet open stelt en kan EMDR niet tot resultaten leiden.